Met het consortium hebben drie regionale instellingen voor lerarenopleidingen hun krachten gebundeld om praktijkvoorbeelden, evidence-based wetenschappelijke bevindingen en actueel onderzoek uit te wisselen. De focus ligt op de volgende onderwerpen:
Focus: Hogescholen
1. Welke mediacompetentie hebben toekomstige leerkrachten nodig om innovatieve lessen met digitale media te creëren?
2. Hoe wordt de bevordering van deze mediacompetentie bij de projectpartners en andere actoren in de lerarenopleiding (zoals de Zentren für schulpraktische Lehrerbildung) uitgevoerd?
Focus: Scholen
3. Welke regionale trends kunnen worden vastgesteld in scholen voor het gebruik van digitale media?
4. Welke mediaconcepten en ontwikkelingsplannen ondersteunen scholen zodat leraren hun vaardigheden op het gebied van digitaal onderwijs kunnen verbeteren of uitbreiden? Welke concrete ondersteuningsbehoeften kunnen worden afgeleid en hoe moeten deze worden ingericht?
Focus: Regio
5. Welke grensoverschrijdende visies en concrete ideeën kunnen de projectpartners ontwikkelen om een verbetering van de media-competenties in de geselecteerde onderwijsinstellingen van de Euregio te bereiken?
6. Hoe kunnen deze visies op langere termijn worden omgezet in realistische concepten en ook grensoverschrijdend worden geïmplementeerd?
Door de uitwisseling wordt inhoudelijke expertise ontwikkeld en gebundeld om te komen tot een regionale aanpak in een breder netwerk met een coördinatiebureau in de Euregio, eventueel ingebed in de organisatie van een van de partners. Hiermee moet de basis worden gelegd voor de uitvoering van de digitalisering in de Euregio, eventueel in de vorm van een Interreg VI-project. Dit geeft ons de kans om de Euregio als innovatieve onderwijsregio in een grensoverschrijdende omgeving te vestigen in samenwerking met de andere onderwijsprojecten.
Het grootste deel van het projectwerk zal digitaal plaatsvinden in de vorm van impulsdiscussies met aansluitende workshops, waardoor een goede discussie mogelijk wordt en er ruimte ontstaat voor de verdere ontwikkeling van de samenwerking. Daarnaast zijn er vier grensoverschrijdende bijeenkomsten/workshops gepland. Het verwachte aantal deelnemers ligt tussen 5-15 experts en bij de laatste workshop ongeveer 50-75 deelnemers (o.a. universiteiten en lerarenopleidingen, basisscholen, middelbare scholen en scholen voor beroepsonderwijs, leraren/docenten, de onderwijsbeleid¬sorganisaties, politieke besluitvormers, beroepsverenigingen). Elke projectpartner zal een workshop organiseren. De workshops zullen de bovengenoemde onderwerpen behandelen. (Met name onderwerpen als de digitalisering van het onderwijs aan studenten, leerlingen en kinderen, digitale didactiek, digitale lessen, kennisclips, digitale examens, enz. komen aan bod). Naast hun eigen experts en wetenschappers zullen de individuele projectpartners hun eigen netwerk activeren, zodat ook externe experts zich bij de evenementen zullen aansluiten. Via Saxion is er een link naar het Europese docentennetwerk en de Arizona State University, die gespecialiseerd is in de ontwikkeling van digitaal onderwijs, en het Kennisnetwerk Lerende Leraren voor het digitale onderwijs aan kinderen. Via dit brede netwerk zullen de resultaten worden verspreid onder deskundigen en worden gebruikt om concepten voor digitalisering in het onderwijs verder te ontwikkelen en te implementeren. Voor een brede toepassing in de Euregio wordt door de projectpartners op lange termijn een Interreg VI-projectaanvraag nagestreefd, waarvoor de basis in dit kleine project moet worden gelegd. De workshops dienen ook als mijlpalen van het project.
Terwijl de drie instituten hun expertise op het gebied van lerarenopleiding en digitalisering inbrengen, zal de lead partner, DNL-contact, de schakel met de andere onderwijsprojecten in de Euregio vormen. DNL-contact is verantwoordelijk voor het Duitse projectmanagement van "Leren zonder grenzen", een INTERREG-project waarbij meer dan 40 beroepsopleidingen en alle ROC's in de buurt van de grens betrokken zijn, en DNL-contact is projectpartner in de "Euregionale Kenniswerkplaats". Deze nauwe onderlinge verwevenheid zorgt ervoor dat er in de praktijk synergie-effecten ontstaan tussen de projecten in de Euregio.